VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Lenen, werken of ouders: hoe kom je aan inkomen?

Geplaatst op: 13-08-2018, 12:14:34

Langzaam maar zeer zeker verdwijnt de traditionele basisbeurs uit het hoger onderwijs. De laatste lichting studenten die op kosten van de staat naar hogeschool of universiteit mag, gaat vanaf dit jaar afstuderen. Voor de studenten die na hen komen – inclusief de eerstejaars die deze week gaan kennismaken met hun studiestad – is omgaan met geld een stuk delicater geworden.

De redactie van DFT Geld besteedt deze week extra aandacht aan de geldzaken van studenten. Hoe bespaar je geld, kun je een centje bijverdienen door te beleggen? Maar eerst: hoe kom je eigenlijk aan genoeg inkomen?

Stufi

De basisbeurs die een gift wordt als je binnen tien jaar afstudeert is passé, maar dat wil niet zeggen dat je geen geld meer van de overheid kunt krijgen. Sterker nog: studenten die onder het leenstelsel vallen, krijgen meer studiefinanciering dan studenten in het oude regime (€602 om €526), bleek vorig jaar uit onderzoek van financieel voorlichtingsbureau Nibud.

Het verschil: een groot deel van dat geld moet je vroeg of laat terugbetalen. (Voor mbo’ers is er nog wel een basisbeurs.)

Twee componenten van de studiefinanciering zijn nog altijd ’gratis’: de ov-studentenkaart, en de aanvullende beurs voor kinderen van minder draagkrachtige ouders. Beide worden een gift zodra je binnen tien jaar na je eerste inschrijving afstudeert. Weet je niet zeker of je recht hebt op een aanvullende beurs? Vraag die dan gewoon aan, dan merk je dat vanzelf.

Verder kun je geld lenen bij DUO, de instantie die sinds jaar en dag de studiefinanciering uitkeert. De voorwaarden en rente voor zo’n lening zijn vele malen gunstiger dan bij de bank, maar pas op: een studieschuld telt wel degelijk mee als je na je studie een huis wilt kopen.

Zelfs als je al begonnen bent met aflossen, telt de oorspronkelijke hoogte van je studielening. Dat kan tienduizenden euro’s schelen in je maximale leenbedrag – het verschil tussen wel of niet in je droomhuis terecht komen.

Ouders

Heb je geen recht op een (volledige) aanvullende beurs, dan betekent dat dat de overheid je ouders draagkrachtig genoeg vindt om (deels) aan je studie bij te dragen.

Daar zijn ze niet toe verplicht, maar als de band met een van je ouders verstoord is kun je dat bij DUO aangeven. Dat inkomen wordt dan niet meegerekend voor de hoogte van de aanvullende beurs en de ouderbijdrage. Er zijn rekenhulpen beschikbaar voor studenten en voor ouders.

De gemiddelde ouders dragen maandelijks €165 bij aan de studie van zoon- of dochterlief. Uitwonende studenten krijgen in de regel iets meer geld toegestopt dan thuiswonende studenten. Wil je je ouders overhalen om iets aan je studie bij te dragen? Dan kan het helpen om (samen) een begroting op te stellen, zodat duidelijk wordt hoeveel je nodig hebt.

Toeslagen en teruggaven

De overheid heeft ook na het afschaffen van de basisbeurs nog wel iets over voor studenten, simpelweg omdat hun inkomen doorgaans niet zo hoog is. Vraag dus zorgtoeslag aan – dat mag zelfs als je ouders je zorgverzekering betalen. Sommige studenten hebben zelfs recht op huurtoeslag, maar alleen als je een zogeheten ’zelfstandige woonruimte’ hebt. Op kamers wonen valt daar niet onder.

Heb je een bijbaantje? Dan kun je bij de volgende belastingaangifte geld terugkrijgen. Lever je gegevens in bij de fiscus, ook als je geen uitnodiging hebt gehad om aangifte hebt gehad. Het resultaat zijn meestal een paar tientjes teruggave, maar soms ook veel meer dan dat, vlak voor de zomervakantie. Eén nadeel: aangifte doen kan pas in maart volgend jaar…

Bijbaan

Bijna driekwart van de studenten klust in de vrije uren een beetje bij. Steeds meer uren, vanwege het leenstelsel, en dus voor steeds meer geld: tussen de €400 en €500 per maand, volgens het Nibud.

Voor dat geld kun je natuurlijk in de kroeg gaan staan, maar er zijn interessantere opties. Misschien kun je op de universiteit of hogeschool een baantje als student-assistent vinden. Dan geef je werkcolleges aan eerstejaars, of help je een hoogleraar met het invoeren van enquêteresultaten.

En wat dacht je van een bijbaan in de sector waar je later wilt werken? Zorgstudenten kunnen bijvoorbeeld in de zomer werk vinden in zieken- of verzorgingshuizen.

Ondernemen

Een grote groep studenten is geen werknemer, maar ondernemer. Dat ben je bijvoorbeeld als je voor een partij als Deliveroo maaltijden bezorgt, maar natuurlijk ook als je (samen met wat mede-studenten) een bedrijfje opzet.

Zeker in het eerste geval weet de Belastingdienst nog niet helemaal in welk hokje je past. Als je een ’echte’ ondernemer bent (hier checken), mag je investeringen aftrekken bij de jaarlijkse aangifte. Bovendien mogen ondernemende studenten vaak gebruik maken van de diensten van een incubator (broedplaats) bij de universiteit of hogeschool. Scheelt weer onder de streep.

Bron: bijdrage van Martijn Klerks van 13 augustus op www.dft.nl

Vorige pagina